Operatieve behandeling van het tarsaal-tunnelsyndroom
Een operatie is zinvol wanneer er een duidelijke anatomische oorzaak voor de druk op de zenuw gevonden is, zoals een zwelling in de tarsale tunnel of een ernstige standsafwijking van de voet.
Omdat er veel verschillende oorzaken zijn voor een tarsaal-tunnelsyndroom zijn er ook veel verschillende soorten operaties, specifiek gericht op een bepaalde oorzaak. Enkele voorbeelden leest u hieronder:
- Bij een (goedaardig) gezwel in de tarsale tunnel wordt het gezwel verwijderd;
- Bij een kuitspier die te ver doorloopt tot in de tarsale tunnel wordt deze met een kijkoperatie dunner gemaakt;
- Als de druk veroorzaakt wordt door een ernstige platvoet kan de stand van de voet met een operatie worden verbeterd;
- Een versleten gewricht in de achtervoet dat een tarsaal-tunnelsyndroom veroorzaakt, kan met een operatie worden vastgezet;
- Indien een oude fractuur de oorzaak is, moet de fractuur (opnieuw) worden behandeld.
Bij de operatie van het tarsaal-tunnelsyndroom moet zeer zorgvuldig te werk worden gegaan, zodat de zenuw niet beschadigd wordt. Wanneer de juiste oorzaak van de klachten is gevonden, zijn de resultaten van de operatie over het algemeen goed: 75% tot 91% van de patiënten geeft aan goed van de klachten te herstellen.
Helaas is de operatie niet in alle gevallen succesvol. Na de operatie kan rondom de zenuw littekenweefsel ontwikkelen, waardoor er opnieuw druk op de zenuw kan ontstaan. Bovendien is het zelfs bij een geslaagde operatie onzeker of de zenuw nog gaat herstellen. Herstel van zenuwen gaat ontzettend traag, dus het eindresultaat van een operatie laat soms wel 1,5 jaar op zich wachten. De operatie is het minst succesvol bij mensen waarbij geen duidelijke oorzaak van het tarsaal-tunnelsyndroom was gevonden, en bij mensen waarbij de klachten na letsel ontstaan zijn, de zenuw is dan vaak onherstelbaar beschadigd geraakt.